Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom zegt de HEERE alzo van Jojakim, den koning van Juda: Hij zal [52]geen hebben, die op Davids troon zitte; en zijn [53]dood lichaam zal weggeworpen zijn, des daags in de hitte, en des nachts in de vorst. 52. Versta, zoon, die hem in de koninklijke regering opvolgt, alzo, te weten dat het den naam van opvolging en regering met recht zou mogen hebben; want zijn zoon Jechonia of Jojachin is maar drie maanden koning geweest, [hetwelk voor geen zitten gerekend wordt] en toen naar Babel gevoerd, 2 Kon.24:8,12, en Zedekia, die in zijne plaats kwam, was niet Jojakims zoon, maar broeder, tevoren genoemd Mattanja, 2 Kon.24:17. 53. Vergelijk boven hfdst.22 vs.19, met de aantekening.